MRI-scan

Een MRI (Magnetic Resonance Imaging) is een onderzoek, waarbij de radioloog met een sterke magneet afbeeldingen maakt van je lichaam. Vóór het onderzoek moet je daarom metalen spullen zoals je bril of oorbellen afdoen.

Je krijgt van tevoren ook een infuus, waar de laborant wat contrastvloeistof door kan spuiten als hij of zij bepaalde afbeeldingen nog beter wil zien. Dit gebeurt niet altijd en wordt tijdens het maken van de scan door de radioloog bepaald. Het inspuiten van de contrastvloeistof voel je niet. Hoe je een infuus krijgt, wordt onder het kopje infuus prikken uitgelegd.

Het MRI-apparaat is een ronde tunnel waar een tafel in schuift en op die tafel ga je dan liggen. Tijdens het maken van de scan moet je heel stil blijven liggen, anders mislukken de afbeeldingen. Het onderzoek doet geen pijn. De scanner maakt wel heel veel herrie.

Luister hieronder het geluidsfragment, dan weet je welke geluiden je tijdens de MRI zou kunnen horen.

Om dit zo min mogelijk te horen, krijg je oordopjes in en een koptelefoon op met muziek. Je mag ook een cd van thuis meenemen. Als je die niet hebt of het vergeten bent, dan mag je die van de Kinderafdeling lenen. Tijdens het onderzoek staat de laborant in een andere ruimte achter glas, waar hij jou kan zien en jij met hem of haar kan praten. Een van je ouders mag bij je blijven tijdens het onderzoek als je dat zou willen.

In de brief die je van het ziekenhuis hebt gekregen staat aangegeven of je nuchter moet blijven voor het MRI-onderzoek. Als je nuchter moet zijn, dan betekent dit het volgende:

• tot 6 uur voor de MRI-scan mag je eten en drinken;
• tot 2 uur voor de MRI-scan mag je heldere vloeistoffen drinken zoals water, thee, heldere appelsap (dus géén vruchtvlees of melk of melkproducten).